In gesprek met

Sanne Wensink | was leerkracht, beleidsmedewerker en meerscholendirecteur | is adviseur en procesbegeleider bij RPCZ 

Andria | directeur op CBS ’t Noorderlicht

Margot | Juf op CBS ‘t Noorderlicht

De wereld verandert en het onderwijs ook. Bij het veranderen van het onderwijs komt Sanne om de hoek. Als adviseur bij RPCZ begeleidt zij scholen naar het leren anders organiseren. Maar wat betekent dit nu eigenlijk? Sanne vertelt: ‘Het gaat over hoe we het leerproces van kinderen zo inrichten, dat leerlingen meer inzicht krijgen in het leerproces. Intrinsieke motivatie, betrokkenheid en de ruimte van de onderwijsprofessional zijn daarbij van belang.’

In het onderwijs zien we dat leraren het druk hebben. ‘Daarbij moeten we de vraag stellen hoe leerkrachten aan de kerntaak toekomen en wat de impact is van wat we doen. Hoe kunnen we dat anders inregelen? Hoe kunnen kinderen meer verantwoordelijk zijn voor hun eigen leren?’ In de praktijk gaat Sanne hier met de school mee aan de slag door te experimenteren. ‘Dit gaat over het duidelijk maken van verwachtingen.’ Waar eerst het doel was om vraag 1 tot en met 5 te maken wordt nu het leerdoel gecommuniceerd. ‘Het kader wat door de onderwijsprofessional gesteld wordt geeft de leerling sturing of zij op de goede weg zijn én een kader om feedback op te geven.’

Sanne vertelt verder over het proces van het leren anders organiseren. ‘De eerste vraag is; wat zijn de overtuigingen van de leerkracht. Welke keuzes maak je en waarom doe je dingen zoals je ze doet. Dit proces vraagt veel van leerkrachten, want veel dingen doen leerkrachten intuïtief. Maar, levert dit ook de doelen op die je wilt? Is dat juiste en gewenste kwaliteit van het onderwijs? Het doel hierachter is dat we preventief en veel inclusiever gaan handelen. Dat is mijn ambitie. Kijk eens naar wat je al kan!’

Leren anders organiseren gaat vaak samen met een vorm, maar dit moet niet als doel gezien worden. ´Er wordt soms ook wel eens gesteld dat unitonderwijs de oplossing is van het lerarentekort, maar dat is niet de juiste volgorde. We vergeten dat we onderwijsprofessionals en leerlingen inzicht moeten geven in het leerproces. Zo wordt leren veel gemakkelijker en kun je ervan uitgaan dat de ontwikkeling van het kind veel positiever verloopt. Net als bijvoorbeeld met zelfstandig werken. Dat wordt ingezet omdat een docent een andere groep moet lesgeven, maar de kinderen hebben eigenlijk nooit geleerd hoe dit moet. Dus eigenlijk zouden we ze dat eerst moeten leren.’

Wanneer Sanne verder vertelt over haar werk spreekt het enthousiasme op haar gezicht boekdelen. ´Ik vind het echt leuk werk wat ik doe. Het is het stellen van prikkelende vragen, een bewustwordingsproces, mensen uit hun comfortzone halen, het aanleren van nieuw denken, handelen en oefenen. Dat is de grootste uitdaging. Er is geen blauwdruk. Het proces doorlopen we samen en sluit aan bij waar het team en leerkrachten staan.’

Leren anders organiseren op school

Andria, directeur op CBS ´t Noorderlicht, zit momenteel in een verandertraject met Sanne. Binnen deze school ligt de focus heel erg op wat het kind nodig heeft. ´Welk onderwijs kunnen wij dan geven dat hierbij aan sluit, en wat kunnen wij met onze talenten en kennis. Hoe kunnen wij ons onderwijs vormgeven. Daar zijn we stappen in gaan maken en heel inhoudelijk naar gaan kijken.’ Sanne vult haar aan: ‘Zo hebben we vandaag bijvoorbeeld heel erg gekeken naar het rekenonderwijs, hoe kunnen we dat nu effectiever inrichten? Past de methode nog wel bij wat de kinderen nodig hebben? Of moeten we andere keuzes maken?’ ‘Binnen de school is de verandering voelbaar’, vertelt Andria. ‘De ene leerkracht is bijvoorbeeld al verder in het ontwikkelproces en neemt dan de andere leerkracht en groep hierin mee. Er wordt ook écht gezegd: “Wij helpen jou, hoe kunnen we elkaar vinden, kunnen we de ene klas ook bij de andere betrekken?”’ Hoewel voor de leerkrachten deze doorgaande lijn nog niet heel zichtbaar is, zien Sanne en Andria dit wel al gebeuren. 

De slag die de school maakt in het team is voornamelijk het vanuit lesstof naar beredeneerde keuzes en doelen werken. ‘In de praktijk komt dit neer op de manier waarop we een leerdoel aanbieden. Gaan we daar de methode voor gebruiken, kiezen we voor een vorm met bewegend leren, of zeggen we dit moet helemaal spelenderwijs worden gedaan zodat kinderen de context en de betekenis snappen achter dit rekendoel. Dus je ziet dat het niet meer vanzelfsprekend is dat kinderen alleen maar op hun stoeltje achter hun schriftje zitten. De leerkracht geeft niet meer centraal les waarbij de vraag is hoe zetten wij kinderen aan het leren en ontwikkelen waarbij je als leerkracht minder zelf centraal staat.’ vertelt Andria. Er wordt dus nog steeds goede instructie gegeven, maar vervolgens gaan de leerlingen het vooral zelf doen en inzicht krijgen in hun leerproces. Sanne: ‘De waaromvraag is ook van belang. Als de kinderen niet snappen waarom ze iets leren, waarom zou je dan gemotiveerd zijn?’ Tot slot vult Margot, juf op ’t Noorderlicht, aan: ‘Het is bewezen dat wanneer er op een actieve manier geleerd wordt, de hersenen het sneller opnemen. Het enthousiasme dat je hierin terugziet bij de kinderen is heel leuk. Er zit veel voorbereiding aan, maar bijvoorbeeld een washandjeslijn bij de kleuters kun je blijven gebruiken, zelfs bij het buitenspelen. Het is fijn dat Sanne hier tips en tricks voor geeft hoe we dit verder kunnen implementeren en dus de kinderen weer nieuwe dingen kunnen leren.’

De veranderingen in het team

De school is in beweging, en dat ziet niemand zo goed terugkomen als Andria. ‘Het is zo leuk om de beweging in het team en in de school te zien. Het doet ook echt iets in het team. Iedereen gaat ervoor en is enthousiast, iedereen wil graag op zijn niveau en tempo. Dat mag ook en ze zoeken elkaar daarvoor zo op. Het is zo leuk om dat van een afstandje te aanschouwen. Daar word ik als directeur heel gelukkig van. Je ziet dat de kinderen er gelukkig van worden, je hoort de ouders erover. Je ziet je school groeien.’ Sluit ze af.