Duurzaamheid, innovatief bouwen én een andere kijk op wonen. Tiny Houses zijn helemaal van nu. Vmbo techniekleerlingen van de CSW en de Mondia Scholengroep zijn samen met mbo-studenten van Scalda van start gegaan met de voorbereidingen voor het bouwen van een Tiny House in Technum 2.0. Het is een project in het kader van het keuzevak ‘ Duurzame comfortwoning’, waar ontwerpen, tekenen en bouwen ook bewustwording van duurzaamheid, circulariteit binnen het thema bouwen en wonen centraal staan. Daarnaast leggen we in Zeeland ook de focus op samenwerking tussen vmbo en mbo leerlingen en een goede kennismaking met de mogelijkheden in de bouwsector.
Vanuit het stimuleringsproject Sterk Techniekonderwijs Zeeland (STOZ) ligt er een gezamenlijke opdracht om in Zeeland het techniekonderwijs in het vmbo te actualiseren en relevanter te maken. In Walcheren is gestart met het uitbreiden van het vmboonderwijsaanbod rondom duurzaamheid en techniek voor de vmbo-leerlingen van de CSW en de Mondia Scholengroep, die hun techniek praktijkonderwijs volgen in het Technum in Vlissingen. Ook het onlangs gestarte keuzevak ‘Duurzame Energie’ is een uitbreiding van het onderwijspakket. De leerlingen gaan voor dat keuzevak aan de slag gaan met verschillende vormen van energieopwekking zoals zonne-energie, windenergie en geothermische energie.
Tiny house ontwerpen gekozen door vakjury
Leerlingen van het vmbo (PIE leerjaar 3) en studenten van MBO (Bouwkunde BOL 4 Leerjaar 2) gaan binnenkort gezamenlijk aan de slag met het project Tiny House. De mbo-studenten bouwkunde hebben ontwerpen gemaakt van een Tiny House aan de hand van een vooraf bepaald plan van eisen. Uit deze ontwerpen zijn er drie uitgekozen door een jury die bestond uit medewerkers van een architecten bureau en een prefab bouwbedrijf en twee bouwkunde docenten.
Vmbo-docenten Bert Kaan en Esther Splinter begeleiden dit project vanuit het VO en Scalda Bouwkundedocent Kjell van Ginhoven doet dit vanuit het MBO. Stef Abrahamse van de CSW: “Leerlingen van het vmbo hebben inmiddels een maquette gemaakt en een volgende groep gaat dit ook doen. Uiteraard gaan ze ook meewerken aan het bouwen van het Tiny House samen met mbo-studenten. Het mooie van het keuzevak is dat we echt een Tiny House gaan bouwen en dat het inspeelt op de ontwikkelingen in de samenleving. We starten met het casco (de wanden) en het frame voor het onderstel waar het Tiny House op gebouwd wordt. Daarna gaan ze aan de slag met interieur, keuken, sanitair en de energievoorziening. Wanneer het echt klaar is, hangt af van het aantal uren en de hoeveelheid leerlingen/studenten die gaan deelnemen aan dit keuzevak. Ook andere technische keuzevakken kunnen straks makkelijk aanhaken in het Tiny House, zoals het aanleggen van drinkwater en sanitair of het maken van hout- en meubelverbindingen. Om leerlingen een goed beeld te geven van het bouwproces voor een dergelijk project gaan we een lopend Tiny House project bezoeken en de productie van de prefab wanden bekijken bij VKP in Kapelle”.
Vmbo leerling Tijn Gijsbertsen: “Ik zit in het 4e jaar PIE en doe binnenkort examen. Het Tiny House project vind ik erg leuk. Ik maak zelf ook graag dringen van hout, maar zie mezelf later niet in een Tiny House wonen, het is wel heel klein. Onze technieklessen worden gegeven in Technum 2.0 en dat vind ik echt gaaf. In één grote ruimte staan heel veel grote machines die we niet allemaal mogen gebruiken maar het is al gaaf om ze te bekijken. Leerlingen van het mbo krijgen in dezelfde ruimte les en de mbo leerlingen helpen ons ook wel eens. Vorige week mochten we tijdens een bezoek aan Heerema een vliegtuigje maken, maar die van mij was nog niet helemaal klaar. De volgende dag heeft een mbo-leerling het voor mij aan elkaar gelast en gelijk uitgelegd wat hij allemaal leert bij zijn opleiding. Ik ga zelf na mijn examen de opleiding allround constructiewerken bij Amels volgen. Het is een vierjarige opleiding en een combinatie van werken en leren. Maar eerst nog goed mijn best doen voor mijn vmbo-diploma.”
Waarom is een Tiny House populair?
Minder spullen, minder water- en stroomverbruik, minder bouwmaterialen en, als je off-grid leeft, minder nutsvoorzieningen die hoeven worden aangelegd. En laten spullen en woonoppervlakte nu net de aspecten zijn die voor de grootste voetafdruk zorgen.
